Dyslexiezorg

Veel gestelde vragen over dyslexiezorg

Lees hier de veel gestelde vragen over dyslexie. Staat jouw vraag er niet tussen? Neem dan contact op met de onderwijsadviseur.

Bij de start van de behandelingen is er een informatieboekje uitgereikt. In Hoofdstuk 13 staat de klachtenregeling beschreven. Zie hier het klachtenreglement van Driestar educatief.

Daarnaast is het mogelijk om een klacht in te dienen bij de externe klachtencommissie van Onderwijsontwikkeling Nederland. Er zijn diverse manier om in contact te komen met OON. Klik hier voor de mogelijkheden.
Vanuit de Jeugdwet heeft iedereen recht op een vertrouwenspersoon. Daarom is Driestar educatief aangesloten bij Jeugdstem. Zij zijn er voor kinderen en ouders die te maken hebben met jeugdzorg.
Er zijn diverse manieren om in contact te komen met een vertrouwenspersoon. Klik hier voor de mogelijkheden.
 

Gemiddeld geven ouders in 2020 een 8,3 voor de dyslexiezorg aan hun kind. Dit blijkt uit een klanttevredenheidsonderzoek dat in opdracht van Onderwijsontwikkeling Nederland door Parantion is uitgevoerd onder 670 cliënten.

Uit onderzoek blijkt dat nog geen 4% van de kinderen ernstige dyslexie heeft. Toch worden veel meer kinderen aangemeld voor dyslexieonderzoek en wordt zo’n 8% van de kinderen hiervoor behandeld.

Uit onderzoek van professor Blomert is gebleken dat 10% van de kinderen zwakke lezers zijn. Een deel van hen heeft dyslexie, een neurologisch probleem in de taalverwerking.

Een heel klein deel van de kinderen (3,6%) heeft dyslexie die zo ernstig is, dat zij zonder behandeling niet kunnen functioneren in de maatschappij. Dit noemen we ernstige dyslexie (ED). Deze kinderen kunnen hiervoor behandeld worden door een orthopedagoog of psycholoog.

Om te weten welke kinderen tot deze 3,6% behoren, zullen scholen zwakke lezers eerst extra ondersteunen in de klas en bij onvoldoende resultaat buiten de klas door een remedial teacher. Als dat allemaal niet helpt, kan de leerling aangemeld worden voor ED onderzoek.

Uit dat onderzoek blijkt of de dyslexie ernstig genoeg is om een ED behandeling te krijgen. Het onderzoek en de behandeling vallen onder de Jeugdwet en worden betaald door de gemeente.

We vinden het lastig om hier iets over te zeggen zonder je zoon/dochter gezien te hebben. Toch zijn er kenmerken waaraan veel kinderen met dyslexie voldoen. Niet alle kinderen die één of meer kenmerken hebben, hebben daadwerkelijk dyslexie. Andersom kan het ook zijn dan je kind dyslexie heeft maar niet (al) deze kenmerken vertoont.
 
Er kan een vermoeden ontstaan van dyslexie wanneer een kind:
  • Als kleuter moeite had met het onthouden van de namen van kleuren, de dagen van de week of cijfers.
  • In het eerste half jaar van groep 3 nog geen korte woordjes kan lezen.
  • moeite heeft om letters te herkennen.
  • langer dan andere kinderen de woordjes blijft spellen bij het lezen.
  • bij het lezen veel raadfouten maakt.
  • een hekel heeft aan (hardop) lezen.
  • tekenen van moedeloosheid of faalangst vertoont bij lezen en spellen.
  • uitvluchten zoekt om niet naar school te hoeven gaan.
  • probleemgedrag vertoont in combinatie met lees- en/of spellingproblemen. 
Vanaf 14 maanden onderwijs (geteld vanaf start groep 3) kan een kind doorgestuurd worden voor dyslexieonderzoek, dit is dus op zijn vroegst halverwege groep 4.

Voorwaarde is dat er systematisch en intensieve leeshulp gegeven is op school. Het verloop van deze hulp is in een leerlingdossier beschreven. Daarnaast behoort het kind tot de zwakste 10% (E-scores) bij lezen. De scores zijn op minimaal drie opeenvolgende hoofdmeetmomenten vastgesteld (dit zijn de halfjaarlijkse toetsmomenten op school) en na aanbod van de hierboven genoemde intensieve lees- en spellinghulp.

Deze hulp moet altijd gegeven worden bovenop de extra hulp die het kind al normaal in de klas krijgt. Het eerste half jaar mag de intensieve hulp (minimaal 3x per week) ook in de klas georganiseerd worden. Het tweede half jaar moet dit gespecialiseerde hulp buiten de groep zijn.
Een dyslexieonderzoek aanvragen buiten de vergoeding heeft geen zin. Voorwaarde om een diagnose dyslexie of ernstige dyslexie te kunnen geven, is hardnekkigheid. Die hardnekkigheid is concreet gemaakt in 3x E-score op woordlezen. Als deze scores er niet zijn, kan hardnekkigheid niet worden vastgesteld en kan er dus ook geen diagnose worden gegeven. 

Als er een behandelaar beschikbaar is, zouden ouders en/of school wel kunnen overwegen om een behandeltraject op eigen kosten aan te vragen. Dit kan ook zonder dyslexieverklaring.
Voorwaarde om een diagnose dyslexie of ernstige dyslexie te kunnen geven, is hardnekkigheid. Die hardnekkigheid is concreet gemaakt in 3x E-score op woordlezen. Als deze scores er niet zijn, kan hardnekkigheid niet worden vastgesteld en kan er dus ook geen diagnose worden gegeven.

Als een leerling (hoog)begaafd is, verandert dat niets aan de voorwaarden, al zal die leerling juist vanwege zijn intelligentie evenveel of meer belemmeringen ervaren als een leerling met een (beneden) gemiddelde intelligentie en eenzelfde leesniveau. Dyslexie staat namelijk los van intelligentie, waardoor er voor (hoog)begaafde leerlingen geen andere voorwaarden.

Als er een behandelaar beschikbaar is, zouden ouders en/of school wel kunnen overwegen om een behandeltraject op eigen kosten aan te vragen. Dit kan ook zonder dyslexieverklaring.
Ouder(s)/verzorger(s) vragen het dyslexieonderzoek aan. Het aanvragen van een dyslexieonderzoek gebeurt wel altijd in goed overleg met school. School moet namelijk allerlei gegevens aanleveren. School kan het complete dossier bij ons inleveren.
Na aanmelding voor een dyslexieonderzoek, wordt door een GZ-psycholoog of Orthopedagoog-generalist het dyslexiedossier van je kind gescreend. Waar nodig wordt contact opgenomen met ouders en/of school om het een en ander te verhelderen. Hierna wordt een toewijzing bij de gemeente aangevraagd. Bij sommige gemeenten is de volgorde net anders en screent eerst de gemeente zelf het dossier.

Wil je weten wat de wachttijd in jouw regio is? Stel je vraag aan dyslexiemail@driestar-educatief.nl.
Er wordt een dyslexieonderzoek gedaan. Bij dit onderzoek worden enkele schoolse opdrachten gedaan zoals leesteksten, dictee, letteroefeningen en geheugentaken. Ook doet je kind opdrachten die specifiek op dyslectische kenmerken gericht zijn. Daarnaast wordt er meestal een beeld gevormd van de intelligentie om informatie te verkrijgen over de algemene cognitieve vaardigheden van uw kind.
Als er niet recent (korter dan twee jaar geleden) al een intelligentieonderzoek is afgenomen, wordt er bij het dyslexieonderzoek een verkort intelligentieonderzoek afgenomen, namelijk tien van de veertien subtests van de WISC V NL.

Deze test geeft naast een schatting van het algemeen intelligentieniveau (ten opzichte van leeftijdsgenoten), ook specifieke informatie over eventuele sterke en/of zwakke kanten op cognitief gebied. Binnen de test wordt gebruik gemaakt van een vijftal primaire indexen. Zo kan een intelligentieprofiel worden gegenereerd dat harmonisch is opgebouwd of waarin juist sprake is van sterke en zwakke kanten.
Het dyslexieonderzoek duurt ongeveer één dagdeel. Een dyslexieonderzoek zonder intelligentieonderzoek duurt korter.
Als is aangetoond dat je kind een grote achterstand heeft voor lezen (en eventueel spellen) in vergelijking met leeftijdsgenoten. Daarbij moet je kind wel minimaal een jaar lang intensief hebben geoefend binnen en buiten de klas met lezen.

In het onderzoek bij je kind wordt ook gekeken of er sprake is van problemen in het aanleren van de letters, met de fonologische verwerking (spelen met klanken in een woord) of met het snel serieel benoemen.

Als uit het diagnostisch onderzoek blijkt dat jouw kind geen ernstige dyslexie heeft, wordt het diagnostisch onderzoek wel vergoed maar krijgt je kind geen behandelingen voor dyslexie.
In het geval dat de dyslexie niet ernstig genoeg is, verwijzen we niet alleen terug naar de school van je kind maar wordt ook in het nagesprek geadviseerd over het aanbieden van passende ondersteuning in de klas en thuis. Er is dan geen sprake van vergoede zorg door de gemeenten.
Er zijn twee mogelijkheden.
  • De gemeente betaalt het onderzoek als er aan voorwaarden is voldaan.
  • De ouder(s)/verzorger(s) betalen als er niet aan de voorwaarden van de gemeente is voldaan (particulier onderzoek). Let wel: ook bij een particulier onderzoek moet een leerling een ernstige achterstand hebben en intensieve training op school gehad hebben.
Ja, dit is mogelijk. Gemeenten vergoeden dat echter niet. Als je dit onderzoek wilt laten doen, spreken we over ‘particulier onderzoek’. Ouder(s)/verzorger(s) betalen de kosten van het particulier onderzoek zelf. Je kunt hiervoor contact opnemen met Hanneke Bossenbroek.
Als het dyslexieonderzoek klaar is, wordt er een uitgebreid verslag gemaakt. Dit verslag wordt eerst met ouders gedeeld en nadat zij het hebben ingezien met de school. In een nagesprek bespreekt de onderzoeker de onderzoeksuitslagen met de ouder(s)/verzorger(s) en school.

Wanneer uit het onderzoek blijkt dat het kind dyslexie heeft, krijgen ouder(s)/verzorger(s) een dyslexieverklaring.
Een dyslexieverklaring is een bewijs dat je kind dyslexie heeft. In deze verklaring staat welke belemmeringen je kind heeft en welke hulpmiddelen voor je kind nuttig zijn.

Let op: de dyslexieverklaring is onbeperkt geldig. Het is belangrijk om deze verklaring goed te bewaren, want je krijgt deze eenmalig.

De in de verklaring opgenomen belemmeringen en de indicatie voor hulp die daarop gebaseerd is, zullen doorgaans in de loop van de jaren bijgesteld moeten worden. De belemmeringen die je kind bijvoorbeeld in groep 5 ondervindt, zullen wanneer je kind in de brugklas zit (deels) anders van aard zijn. In overleg tussen betrokkenen (kind, ouders, school, GZ-psycholoog) kan de verklaring dan aangepast worden. Nieuw uitgebreid psychodiagnostisch onderzoek is daarvoor meestal niet nodig.
De behandeling wordt alleen vergoed als het kind bij de start van het onderzoek 7 t/m 12 jaar oud is, er sprake is van ernstige dyslexie en mits de gemeente daartoe toestemming heeft gegeven. Is dit niet het geval, dan vergoedt de gemeente de zorg niet. Ouders kunnen ervoor kiezen om de behandeling dan voor eigen rekening in te kopen.
De wachttijd kan verschillen afhankelijk van het aantal beschikbare plaatsen en de tijden waarop jouw kind zelf beschikbaar is. 

We streven ernaar dat kinderen binnen 4 maanden na aanmelding in behandeling zijn. Op dit moment hebben we in diverse regio’s een langere wachttijd. Wil je weten wat de wachttijd in uw regio is? Stel jouw vraag via dyslexiemail@driestar-educatief.nl.
In de dyslexiebehandeling wordt gewerkt met de methode Letterlicht. Voor meer informatie over de behandelingen verwijzen we naar ons informatieboekje bij de dyslexiebehandeling.
Een behandeltraject is altijd maatwerk. De belangrijkste uitgangspunten van de dyslexiebehandeling zijn:
  • Een bewezen effectieve behandelmethode
  • Aandacht voor specifieke problemen én mogelijkheden van je kind.
  • Goede samenwerking met de ouder(s)/verzorger(s), school en behandelaar.
  • De behandeling is een aanvulling op het leesonderwijs van en de begeleiding door school.
  • De lees- en spellingsvaardigheid vergroten door een integrale aanpak met school door de behandelaar.
  • Vergroten van lees- en spellingsmotivatie van je kind en hem/haar leren omgaan met de dyslexie.
  • Kunnen herkennen van de (klank)structuur van woorden en het bevorderen van vloeiend lezen.
De onderzoeker stelt in overleg met de hoofdbehandelaar een behandelplan op met doelen en aandachtspunten die uit het dyslexieonderzoek naar voren zijn gekomen. Vervolgens vindt er een intakegesprek plaats met ouders, school en behandelaar om kennis te maken, uitleg te geven over de behandeling en de verwachtingen af te stemmen over (het effect, de duur en het huiswerk) van de behandelingen.
 
Nadat het individuele zorgplan door alle partijen (behandelaar – school – ouders) is ondertekend, start de behandeling. Deze bestaat uit verschillende cycli. De behandelaar stelt per cyclus een handelingsplan op met doelen voor die periode. Wekelijks krijgt je kind één individuele behandelsessie (ongeveer drie kwartier per keer). Je begeleidt je kind vier tot vijf dagen per week thuis op het gebied van lezendoor het lezen van woorden en het lezen van teksten (ongeveer 20 minuten per keer).

​Je krijgt hiervoor uitleg van de behandelaar. In de meeste gevallen begeleidt school twee keer per week voor spelling door een leerkracht of remedial teacher (circa. 15 minuten per keer). De behandelaar geeft school gestandaardiseerd materiaal behorend bij het behandelprogramma. Als de school hiervoor geen mogelijkheden ziet, zullen ouders dit huiswerk ook voor hun rekening moeten nemen.
 
Er is regelmatig (mondeling/schriftelijk) contact tussen ouder(s)/verzorger(s) en behandelaar en tussen leerkracht/remedial teacher en behandelaar. Om de vooruitgang van jouw kind in kaart te brengen, voeren we regelmatig (drie keer) tussentijdse lees- en spellingtoetsen uit.

Na elke tussentijdse toets vindt een evaluatiegesprek met de ouder(s)/verzorger(s), school en behandelaar plaats. Het is mogelijk dat tussentijds de gestelde doelen aangepast worden om beter aan te sluiten bij het individuele kind.
 
Het totale traject van diagnostiek en de dyslexiebehandeling duurt maximaal 1,5 jaar. De behandeling wordt gegeven door een gecertificeerde dyslexiebehandelaar: een orthopedagoog, logopedist of psycholoog. Al onze behandelaars zijn SKJ geregistreerd en opgegeven bij het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie.

Bekijk dit boekje voor meer informatie.
Doordat de behandelaar meestal op school komt, mist uw kind per behandeling ongeveer 45 minuten van de lestijd in de klas. Dit gaat altijd in overleg met ouder(s)/verzorger(s) en school. Je kind heeft hierdoor geen reistijd en in principe geen verlengde schooldag. Wanneer behandeling onder schooltijd een bezwaar is, of er zijn andere wensen, is behandeling na schooltijd of in de pauze ook bespreekbaar. Dit altijd in overleg met de desbetreffende behandelaar. 

De dyslexiebehandelaar komt naar een school als er minimaal vier leerlingen zijn. Wanneer dit niet het geval is zullen ouders mogelijk naar een school in de buurt moeten reizen.
Na het intakegesprek met de behandelaar houdt de behandelaar contact met school via schriftelijke huiswerkbladen, via de e-mail met ouders en school bij bijzonderheden en in de tussenevaluatiegesprekken.

Ouders en school hebben online inzage in het digitale logboek, zodat de ouder na elke behandeling kan zien wat er behandeld is en hoe dit ging. Reageren hierop naar de behandelaar is ook mogelijk. Een ouder mag uiteraard ook op school langskomen of  de behandeling bijwonen wanneer dit uitkomt. Stem dit vooraf af met de behandelaar.
De dyslexiebehandeling bij Driestar educatief is methode-onafhankelijk. Als er spellingregels worden genoemd gaat de behandelaar zoveel mogelijk uit van de termen die ook op school gebruikt worden, om verwarring te voorkomen. Het is wel belangrijk dat ook school in alle leerjaren dezelfde termen voor de spellingregels gebruikt.
Veel kinderen met dyslexie blijven problemen houden met lezen en/of spellen, ook nadat de behandeling is afgerond: dyslexie heb je voor het leven.

Als de behandeling stopt, dan stelt de behandelaar een eindverslag op. Dit eindverslag bespreekt de behandelaar met ouder(s)/verzorger(s) en bij voorkeur met iemand van school.

De behandelaar kan gerichte aanwijzingen geven voor de aanpak op school of geeft specifiek behandelmateriaal mee waar op school mee gewerkt kan worden. Een kind dat uit behandeling komt, heeft baat bij voldoende ondersteuning op school. Hoe die ondersteuning eruit ziet is afhankelijk van de ernst en de aard van de problematiek en de motivatie van je kind.

Het is belangrijk dat de verschillende partijen – ouder(s)/verzorger(s), school, kind – rond de tafel zitten om de mogelijkheden en struikelblokken te bespreken. Het is wenselijk om de afspraken vast te leggen, bijvoorbeeld op een dyslexiekaart. Wij raden aan om niet te lang te wachten met het inzetten van compenserende hulpmiddelen.

Vaak worden deze middelen pas in het voortgezet onderwijs ingezet, terwijl kinderen op de basisschool ook veel baat kunnen hebben bij het werken met deze middelen.
Ja, tot op zekere hoogte. Scholen en schoolbesturen bieden dyslectische kinderen de basisondersteuning die zij nodig hebben om het onderwijs te kunnen volgen. Dat betekent onder meer dat de school leerlingen adequaat moet compenseren voor de gevolgen van hun dyslexie, bijvoorbeeld door het gebruik van hulpmiddelen toe te staan.
De ondersteuning op niveau 2 bestaat uit extra ondersteuning in de groepssituatie door de leerkracht. Deze wordt gegeven aan de zwakste 25% van de leerlingen. Extra instructie en begeleide oefeningen staan hier centraal. Maar welke leesmethodes voldoen aan de richtlijnen op ondersteuningsniveau 2?
 
Geschikte leesmethodes ondersteuningsniveau 2:
  • Veilig leren lezen, Ster-aanpak
  • Estafette/Leesfontein, aanpak 1
  • Leeshuis
  • Leesparade: extra instructie voor zwakke lezers
  • Flitsprogramma’s
De ondersteuning op niveau 3 bestaat uit specifieke interventies uitgevoerd en/of ondersteund door de zorgspecialist in de school. Deze ondersteuning wordt gegeven aan de zwakste 10% van de leerlingen, nadat zij ondersteuningsniveau 1 en 2 hebben doorlopen. Maar welke leesmethodes voldoen aan de richtlijnen van ondersteuningsniveau 3?
 
Geschikte leesmethodes ondersteuningsniveau 3:
  • Speciale Leesbegeleiding (L. de Koning)
  • DMT oefenmap (L. de Koning)
  • Estafette/Leesfontein, uitgebreide leestijd: 4x 15 minuten per week met Vloeiend en Vlot
  • RALFI-lezen
  • Connect Woordherkenning en Connect Vloeiend Lezen