8 september 2025

Goede AVI-score is belangrijk, maar voor ontwikkelen leesliefde is meer nodig

Door Janneke de Jong-Slagman

In Nederland hebben 3 miljoen mensen van 16 tot en met 75 jaar moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Daardoor hebben ze ook vaak moeite met een computer of een smartphone, kunnen ze handleidingen van apparaten of bijsluiters van medicijnen niet lezen. Van 8 tot en met 15 september is er daarom de Week van lezen en schrijven. Dan is er extra aandacht voor beperkte basisvaardigheden.

Hoewel deze week zich niet specifiek op het onderwijs richt, is het wel belangrijk dat we ons realiseren dat de basis op school gelegd wordt – en dat die goed moet zijn. Te veel leerlingen komen laaggeletterd van school. In 2022 behoorde 33 % van de 15-jarigen tot de zwakke lezers. Eén op de drie leerlingen haalt dus niet eens het niveau dat nodig is om volwaardig te kunnen functioneren in de samenleving. 

Focus

Leren lezen en schrijven behoort tot de kerntaken van de school. Sommige scholen focussen op AVI-niveaus en zijn tevreden als AVI Plus (voorheen AVI 9) bereikt is. Dan kan het kind lezen en is het proces technisch leren lezen afgerond. Wie zo denkt, kijkt naar onderwijsdoelen op zich.

Een ander perspectief om naar lezen te kijken is de leesliefde aankweken. Daarvoor is een positief leesklimaat nodig: een leescultuur op school en een lezende leraar. 

Op een school voor speciaal basisonderwijs met een positieve leescultuur had een jongetje binnen enkele minuten na de zomervakantie, nog voordat hij in zijn lokaal was, een splinternieuw dierenboek te pakken. ‘Juf, mag ik dit boek? Anders kiest een ander het misschien en dan is het weg.’

Kijk: boeken binnen handbereik, meteen als je de school binnenkomt. Nieuwe en aantrekkelijke boeken, in allerlei soorten en maten, geven de school een geletterde uitstraling. En natuurlijk reageert de juf positief: ‘Natuurlijk, dat boek is voor jou. Waar zou het over gaan, denk je?’

Leesliefde

Een goede AVI-score is belangrijk, maar als je een leesliefde wilt ontwikkelen komen er andere dingen kijken. Leest het kind graag? Leest het thuis in de vrije tijd? Houdt het van verhalen? Welke leesvoorkeuren ontwikkelt het?

Op sommige scholen houden leerkrachten leesgesprekjes met leerlingen om hen adequaat te kunnen adviseren. Ook bibliotheekmedewerkers kunnen dat doen. Als kinderen hun boek inleveren kan een kort gesprek naar hun leeservaring veel uitwerken. Dat levert de helpende volwassenen belangrijke informatie op, waarmee ze het kind gericht een nieuw leesboek kunnen adviseren. 

Het sociale aspect verdient aandacht. Gelukkig zien we steeds meer leesclubs en -groepjes, zowel in het onderwijs als in de openbare bibliotheek en ook in boekwinkels. Dat is een ontwikkeling om toe te juichen. Het lezen wordt relevant en bovendien bevordert het de sociale cohesie. Daar kunnen we tenslotte ook wel wat meer van gebruiken.