Oktober is de maand van de geschiedenis. Het motto van 2025 luidt: ‘Ontdek gisteren, begrijp vandaag.’ Een mooie slogan, maar in de praktijk blijkt dit makkelijker gezegd dan gedaan.
We leven in een pluriforme, maar sterk gepolariseerde samenleving. Jongeren én volwassenen laten hun kennis en moreel kompas steeds vaker beïnvloeden door dubieuze websites en vluchtige video’s op sociale media. Juist daarom is het vak geschiedenis van onschatbare waarde: het biedt context, legt verbanden en helpt ons verder kijken dan de waan van de dag.
Onderdeel van de geuzenvloot
In mijn kinderjaren verslond ik boeken die functioneerden als een deur naar het verleden. In mijn fantasie was ik onderdeel van de geuzenvloot en bestormde ik op 1 april 1572 de stadsmuren van Den Briel. Het kwam ook voor dat ik door het lezen van Tailgunner van J.G. Veenhof terugflitste naar 1944 en veranderde in een piloot van een B-17 tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Na schooltijd speelden we deze gebeurtenissen na met onze houten geweren. Natuurlijk wilde je geen ‘mof’ spelen, want dat waren de slechteriken. Van een grijs gebied was nog absoluut geen sprake.
Blik op het verleden
Grote waardering heb ik voor mijn juffen en meesters die in die jonge jaren het lezen stimuleerden. Op de middelbare school werd dit enthousiasme aangewakkerd, wat later resulteerde in het kiezen voor de lerarenopleiding geschiedenis bij Driestar hogeschool.
Met de jaren werd mijn blik op het verleden een aantal keer bijgesteld en werd die genuanceerder. Maar nog steeds bekeek ik het verleden door de bril van een blanke jongen, geboren onder de rook van Rotterdam. Een aantal docenten waren ‘echte’ identificatiefiguren en speelden een niet te onderschatten rol in de ontwikkeling van mijn visie op het verleden. Goede geschiedenisdocenten zijn onmisbaar, zeker wanneer het over gevoelige onderwerpen in de geschiedenis gaat.
Controverse
Wanneer we spreken over ‘goed’ en ‘fout’ in de geschiedenis, stuiten we vaak op wicked problems: kwesties waarin uiteenlopende perspectieven lastig te verenigen zijn. Een bekend voorbeeld is de koloniale geschiedenis en het ‘verlies’ van Nederlands-Indië. Mijn vader (geboortejaar 1947 en oud commando) voelt zich sterk verbonden met de veteranen uit het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen (Bronbeek) en de onderzoeksresultaten van Mr. Bauke Geersing.
Volgens Geersing is het huidige historische onderzoek naar het koloniale verleden een ‘woke onderzoek’. Dat er in het recent verschenen boek Over de grens. Nederlands extreem geweld in de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog, 1945-1949 van het NIMH (Nederlands Instituut voor Militaire Historie) nauwelijks gesproken wordt over extreem geweld vanuit de kant van Indonesische vrijheidsstrijders (Bersiap), schiet bij mijn vader in het verkeerde keelgat.
Onder andere in het boek De strijd om Bali van dr. Anne-lot Hoek lees je dat deze periode ook anders beoordeeld kan worden. Mijn persoonlijke perspectief op deze geschiedenis zweeft ergens tussen deze verschillende perspectieven. De vraag die dan ontstaat is: wie heeft er nu gelijk?
De geschiedenis van Nederlands-Indië is slechts een voorbeeld van een grijs gebied bij het bestuderen van de geschiedenis. Ik had hier ook andere voorbeelden kunnen gebruiken rondom thema’s als excuses voor het slavernijverleden of recenter de oorlog in Oekraïne, het conflict in Israël-Gaza of de moord op Charlie Kirk.
Een discussie over een van deze thema’s kan zorgen voor een verhoogde hartslag en verhitte gesprekken tijdens de familiebarbecue. Een open houding en oprechte interesse in de standpunten van de ander is helaas vaak ver te zoeken.
Goede bronnen en verschillende perspectieven
Wat opvalt is dat men in discussies vaak de plank misslaat doordat men, helaas ook op politiek niveau, niet in staat is (of simpelweg niet de tijd neemt) om bronnen zorgvuldig te controleren. Het debat verzandt dan in losse oneliners op X, waarna de volgende dag alweer een rectificatie volgt.
Daarbij is het des te belangrijker om al in het basis- en voortgezet onderwijs aandacht te besteden aan bronkritiek: waar komt je informatie vandaan en hoe controleer je die?
Daarnaast is het vak geschiedenis bij uitstek de plek om te oefenen met het innemen van verschillende historische perspectieven en standplaatsgebondenheid. Iedereen kijkt vanuit zijn of haar eigen tijd, achtergrond en overtuigingen naar gebeurtenissen. Juist door jezelf te verplaatsen in het verleden en de bril van anderen op te zetten, leren leerlingen dat ‘goed’ en ‘fout’ zelden zwart-wit zijn. Geschiedenisonderwijs biedt zo een oefenplaats van onschatbare waarde voor onze leerlingen.
Welkom!
Op 6 maart 2026 hopen we bij Driestar educatief een dag van de geschiedenis te organiseren. Met onder andere spreker prof. dr. Bart Wallet gaan we in gesprek over goed en fout in de geschiedenis, oftewel het grote grijze gebied.
Maar nog belangrijker is dat we ons deze dag verdiepen in hoe we dit bespreekbaar maken met onze leerlingen. Ben jij geschiedenisdocent (in opleiding) in het christelijk onderwijs, historicus, of gewoon geïnteresseerd in dit thema? Meld je dan aan!